We zijn met de muziekindustrie een beetje van het padje afgeraakt, als je het mij vraagt. Zo lees ik op nos.nl het bericht dat steeds meer mensen gebruik maken van oordopjes als ze naar een popconcert gaan. Niets op tegen, natuurlijk, maar de onderliggende reden vind ik op z’n zachts gezegd krankzinnig. Oordopjes omdat het volume bij concerten zo godsgruwelijk hard staat, dat zelfs die-hard fans het nodig vinden het allemaal een beetje te temperen. Het moet niet gekker worden…

Een eindje verderop in het bericht zegt een meneer die die oordopjes verkoopt heel trots dat “het taboe er nog steeds niet helemaal van af is”, daarmee doelend op het taboe van oordopjes gebruiken, voor de duidelijkheid. Niet het taboe van hemeltergend veel lawaai voortbrengen. Ik begrijp heel goed dat deze meneer heel blij is met die dreunende herrie omdat hij er een mooie boterham aan verdient. Maar om dan te spreken van “taboe” als het gaat om gehoorbescherming is toch van de gekke. Alsof goed voor je eigen gehoor zorgen een soort van ‘uit de kast komen’ is.

Het is dus, getuige deze meneer, een taboe om oordopjes te gebruiken. Wat een onzin… Blijkbaar is er een reden (of oorzaak) dat het volume maar steeds omhoog moet. Is het een taboe om muziek op prettig volume te willen genieten?

Als voorzitter van Jazzpodium de Tor in Enschede kreeg ik onlangs nog een aanbieding van een collega van die meneer. Ze wilden bij ons in De Tor een automaat plaatsen met daarin gehoordopjes. Zij zouden zorgen voor de plaatsing van de automaat en het aanvullen van de dopjes, wij hoefden er niets voor te doen, alleen maar te delen in de winst. En zorgen dat die krengen gebruikt worden, natuurlijk. Ik heb ‘m vriendelijk doch resoluut bedankt voor het aanbod. Wij zijn een club van muziekliefhebbers en gebruiken geluidsversterking het liefst zo min mogelijk.

Ik ben groot muziekliefhebber en fervent bezoeker van (bijvoorbeeld) het North Sea Jazz Festival. Maar ook daar mijd ik de grote herriebakken als de spreekwoordelijke pest. In zalen als de Nile en de Maas zul je mij niet tegenkomen. Ook al staan daar de meest fantastische musici.

Heren geluidstechnici (het vak van geluidstechnicus heeft een sterke emancipatoire achterstand): die twee schuifjes helemaal rechts kunnen ook naar beneden, naar jezelf toe, dus. Neem en voorbeeld aan collega’s als Chris Weeda en Bas Ouwehand die eerst luisteren en daarna de schuifjes, knopjes en schakelaartjes beroeren…